Om dit te bereiken werd in 1907 een Spaarbankbond opgericht. Deze moest ervoor zorgen dat jongeren een eigen rekening gingen openen. De snelste manier om de jeugd te bereiken, leek om het onderwijs te benaderen. De bond maakte daarom reclame onder leraren. Maar dit bleek in de praktijk niet goed te werken.
Vanaf 1930 veranderde de bond daarom van tactiek en benaderden zij de jeugd meer rechtstreeks. Dat gebeurde via jeugdspaarbanken, die erin slaagden om veel jongeren binnen te halen. Maar het was ook de bedoeling om hen voor de bank te behouden. Dit gebeurde met speciaal propagandamateriaal.
Boegbeeld Spekkie
In 1931 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift De gelukscent. Ook ontvingen jonge leden van de Spaarbankbond op hun verjaardag een kaart en kregen trouwe spaarders een beloning. Maar daar bleef het niet bij. De sparende jeugd kreeg een eigen boegbeeld: Spekkie Spaarduit – in de vorm van een traditioneel spaarvarken.
Vijftien jaar later, op 31 oktober 1946, tijdens Wereldspaardag kregen alle leden het tijdschriftje Spekkie Spaarduit en organiseerde de bond tal van activiteiten voor de jeugd. In deze jaren waren sparende kinderen een belangrijk onderwerp. Alleen door van jongs af in een nieuwe toekomst te investeren, kon het land de oorlogsmalaise te boven komen, vonden volwassenen. Dat leidde in 1948 tot de oprichting van de Stichting Spaarpropaganda, die maar liefst 47 jaar heeft bestaan.