De Nutsspaarbank heeft veel verschillende spaarpotjes uitgegeven. Het was een kwestie van op = op. Wanneer de bank door de voorraad heen was, verschenen nieuwe modellen en kleurvarianten. De spaarpotjes bleken onweerstaan voor jonge spaarders. Voor sommigen zelfs zo onweerstaanbaar dat ze probeerden de spaarpotjes open te breken.
Spannend
Maja Bergman herinnert zich nog goed dat ze met haar broertje en zusje en hun spaarpotjes naar de Nutsspaarbank aan het Jonckbloetplein in Den Haag gingen. ,,Dat was altijd erg spannend. Wie had het meeste gespaard, mijn zusje, mijn broertje of ik’’, vertelt Maja. ,,Alleen de bank had de sleutel van het slotje van onze spaarpotten. Een medewerker leegde onze potjes op de toonbank en telde het geld voor onze neus. Daarna werd het geld met de pen bijgeschreven in je spaarboekje. Vervolgens ging je weer naar huis met een leeg potje.’’
Ook Maja, haar broertje en haar zusje konden het niet weerstaan om aan de sloten van hun spaarpotjes te rommelen. ,,Het slotje zat aan de onderkant. We waren er vaak mee bezig. Dat zie je nu nog. De slotjes zijn namelijk een beetje ontzet.’’ Zonder veel succes. De slotjes waren van degelijke makelij. Maja en haar zusje kwamen er dan ook niet in. Haar broertje bleef echter volhouden. ,,Ik kan mij herinneren dat het mijn broertje een keer was gelukt om het potje open te breken. Hij gebruikte een mesje.’’
Snoepjes
Voor veel kinderen was het kopen van snoep de voornaamste reden om het spaarpotje te kraken. Zo ook voor Ton den Hoed. ,,Mijn moeder had voor mijn twee broers en mij spaarpotjes van de Nutsspaarbank. Een rode, gele en een groene. De rode was van mij. Je kon er alleen in met een sleuteltje. Maar daarvoor moest je naar de Nutsspaarbank. Alleen zij konden hem openen.’’
En dat was een probleem voor de toentertijd zevenjarige Ton. Hij wilde wel eens een snoepje kopen. ,,Als je dan geen vijf cent hebt, is het erg frustrerend om met je spaarpotje te rammelen en je hoort dat er een paar losse dubbeltjes in zitten. Dus ik probeerde het met een schroevendraaier open te breken.’’
Dat ging helaas voor Ton niet helemaal goed. ,,Maar met mijn kleine knuistjes lukte het niet. En tot mijn schrik kreeg ik die schroevendraaier er ook niet meer uit. Er zaten namelijk van die tandjes in de spaargleuf.’’ Uiteindelijk besloot de kleine Ton met zijn spaarpotje naar het hoofdkantoor aan de Jan Hendrikstraat in Den Haag te gaan. ,,Ik kom daar binnen en de man aan de balie begon al te lachen. Hij zei tegen mij: ‘Zo knul, wilde je de kluis kraken’. Ik durfde niet te zeggen dat ik dat had gedaan. Maar hij begreep het denk ik wel. Hij belde mijn moeder op en zij kon later een nieuw spaarpotje ophalen. Maar ik had die dag geen snoepje kunnen kopen.’’
Meesterkraker
Waar het voor veel kinderen uitliep op een deceptie, was dat wel anders voor de Rijswijkse Loek van der Ende. Hij was er naar eigen zeggen ‘best wel handig in’ om zijn spaarpotje te kraken.
Loeks grootouders hadden een rekening voor hem geopend. Daar kreeg hij natuurlijk een spaarpotje bij. ,,Ik had een blauw-grijs potje. Ik stak zo mijn mesje erin en hield het spaarpotje ondersteboven’’, begint Van der Ende. ,,Ik moet ongeveer acht, negen of tien jaar zijn geweest. Het was in de jaren zestig.’’
Hij wilde geld hebben om dinky toys en snoepjes te kopen. ,,In het spaargleufje zat een soort metalen tong. Met een mesje duwde ik dit zo naar beneden. Even ondersteboven houden en het geld viel er zo uit. Ik was er best wel handig in. Dat doe ik nu nog steeds op die manier met mijn spaarpotjes’’, lacht de inmiddels 66-jarige Loek.
,,Het mocht natuurlijk niet. Maar ik denk dat ik het zo goed heb gedaan, dat nooit iemand er iets van heeft gemerkt. Niet mijn ouders en niet de bankmedewerkers.’’